Gevlucht en gehuisvest

Gepubliceerd op 22 februari 2024 om 12:21

Het is ochtend en ik bel aan. Het regent en mijn auto is kapot. Het gordijn van de woonkamer wordt haastig opzij geschoven. Eén van de driejarige tweeling, zie ik.  Niet veel later gaat de voordeur met een gastvrije zwaai open.

''Welkom Janie, welkom!'' Iets terughoudend schud ik mijn druipnatte handen met die van de gastheer, die mij vertelt dat dat helemaal geen probleem is. ''Hoe gaat het?"

 

Sinds een tijdje kom ik over de vloer bij een jong gezin. Gevlucht, gehuisvest en haast geen idee hoe het Nederlandse leven werkt.

Naast 'hoe gaat het?' en: 'welkom!' is 'geen probleem' één van de weinig vloeiende Nederlandse zinnetjes die we wisselen. We spreken in Nederlandse woordjes. Geen zinnen, geen Engels.

Ik spreek vooral met vader. Soms pakt hij zijn telefoon erbij. Dan wordt wat ik inspreek Arabische tekst. Hij vertaalt dan mijn vraag of verhalen zelf naar zijn moedertaal. En naar zijn vrouw. Als de kinderen thuis zijn luisteren ze vol aandacht mee en helpen ons te duiden en begrijpen. De sfeer is, ondanks het huis leeg en kaal is, goed.


Dansen

De tv staat aan en ik zie Irakese dames in sjieke jurken en heren met strakke kapsels. De dans komt me bekend voor, maar ziet er saai uit; in elkaar gehaakte pinken en verticaal schuddende schouders.  Inmiddels zitten we met z'n zessen op de hoekbank; vader moeder, de tweeling met een smartphone, twee dochters en een zoon. Wat zou ik vandaag kunnen betekenen? (ik heb een hekel aan tv en zou het liefst iets schilderen of een bureaucratisch formulier invullen). Ik wil me best aanpassen en leren kennen, maar ik wil geen tijd verspillen.

''Kunnen jullie mij leren dansen?'' vraag ik. De meiden kijken elkaar aan en overleggen even, om mijn woorden te definiëren. Het kwartje valt en  ze springen op en haken hun pinken aan de mijne. We hebben geen perfecte kapsels, geen glimmende jurken. Ik doe maar wat en we hebben lol. 

Vaak is het beweging, dat dingen óp of ván z'n plek brengt. 

 

Tot half 12

Er wordt een schaal met appels, bananen, mandarijnen en druiven voor me neergezet. ''Jij eten, hier!'' Ik neem een paar druiven en vertel dat ik om half 12 naar huis ga, zodat vader nog kan bedenken welke post we kunnen doornemen. Hij gaat op zoek. We worstelen ons door een stapel facturen, aanvragen voor de kinderen en nutteloze brieven.

De gastvrouw komt binnen lopen en vraagt wat aan haar man. Moeder en dochters verdwijnen naar de keuken. Terwijl ik even later plaats neem op een gebreide wc-bril, zegt mijn gevoel dat we langs elkaar heen hebben gepraat.

En inderdaad, als ik terugkom vragen ze me: "Jij luncht bij ons? Wij hebben eten voor jou gemaakt.'' Ze hebben speciaal voor mij hun lunch vervroegd naar half 12. Dampende schotels met bonen, gevulde tomaten, kip, rijst, gevulde druivenbladeren en heel veel hapjes worden neergezet. Ik voel me ongemakkelijk over de grote hoeveelheid. Over de eer die ze willen bewijzen. Terwijl het eigenlijk een kleine moeite is; er zijn en doen waar ik goed in ben; de post uitzoeken. Ik bedenk me dat het nodig is om zowel aan- als op te passen. Wat willen zij, wat wil ik, wat is nodig?

We delen de maaltijd en beseffen hoe rijk we zijn. 

 

De fiets

Na de maaltijd loop ik al boksend met de tweeling richting de voordeur. Na iedereen begroet te hebben, loop ik naar mijn fiets. Ik voel 7 paar ogen op me gericht. ''Ben je op de fiets?!'' Ik voel respect en ik schaam me een beetje. Omdat dat halve uurtje fietsen een uitzondering was. ''Ja, mijn auto is kapot'', voelt slap.

 

Vorige week vertelde ik dat het gezinnetje fietsen zou krijgen. Dat elektrische steppen en taxi's niet normaal zijn. Dat een fiets handig is om je snel te verplaatsen. Een goedkope oplossing. Voor als je rijbewijs hier niet goed genoeg is. Of om bijvoorbeeld boodschappen mee te kunnen doen, om naar school te fietsen. Ze grijnsden naar me en vertelden dat ze dát niet willen. Niet nat worden en niet zweten!

Als er één ding overeenkomt met de Nederlandse cultuur, is het wel directheid. Iets wat met een taalbarrière bijzonder nuttig is. Ik heb ze aangemoedigd het fietsen te proberen: zonder te experimenteren, zal het ze niet lukken om 'thuis te komen'. 

 

Ik stap op en zwaai. 7 paar armen gaan omhoog. Door mijn rugzak heen voel ik een warme schaal vol gekregen hapjes en overblijfselen van de maaltijd. ''Voor jouw man''.

Ik ben mezelf geweest, ben te laat voor de rest van mijn planning, maar heb minimaal een half uur om na te genieten.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.